Opties bieden zeer interessante beleggingsmogelijkheden. Je kunt met een klein bedrag grote winsten behalen, maar je kunt ook enorme verliezen lijden. Er zijn call opties en put opties en je kan een optie kopen, of een optie schrijven.
Je kunt ze inzetten in combinatie met aandelen om risico’s te verlagen en je kunt allerlei combinaties maken met meerdere opties. Dit worden optie strategieën genoemd. Je kunt bovendien niet alleen winst maken als de beurskoersen stijgen, maar met opties is het ook mogelijk om winst te maken als de beurskoersen dalen of gelijk blijven.
Hoe deze mogelijkheden werken en wanneer je welke gebruikt lees je verder in dit artikel. Omdat opties zo veel mogelijkheden kennen en er grote risico’s aan kleven is het belangrijk om heel goed te begrijpen wat opties precies zijn voordat je begint met in opties beleggen.
In dit artikel worden ook alle Engelse termen benoemd, omdat die ook op Nederlandse handelsplatformen vaak gebruikt worden.
Wat is een optie?
Een optie is een recht en geeft je de mogelijkheid om een aantal effecten, zoals aandelen, te kopen of te verkopen voor een vooraf afgesproken prijs op een vooraf afgesproken datum. Wanneer je dus een optie koopt heb je het recht om die aandelen te kopen, maar niet de plicht.
Als je besluit om van je optie gebruik te maken en de aandelen te kopen voor de afgesproken prijs, dan noem je dat het uitoefenen van de optie. Een optie hoeft trouwens niet per sé over aandelen te gaan. Er zijn ook indexopties en opties op bijvoorbeeld goud. Voor het leesgemak zal ik in dit artikel steeds alleen aandelen noemen.
Onderliggende waarde (underlying)
Het aandeel waar je het optiecontract over afsluit wordt de onderliggende waarde genoemd. Als je een optie op Heineken koopt, dan is het aandeel Heineken dus de onderliggende waarde. In het Engels wordt dit simpelweg de ‘underlying’ genoemd.
Uitoefenprijs (strike price)
Naast een onderliggende waarde heeft een optie ook een uitoefenprijs. Dat is de prijs waarvoor je afspreekt dat je het aandeel koopt. Als je gaat zoeken naar de koersen van opties voor bijvoorbeeld Heineken zul je een hele lijst tegenkomen. Op het moment van schrijven is de koers van Heineken 94 euro, maar je kan ook opties kopen met uitoefenprijzen van 40 t/m 160 euro.
Expiratiedatum (expiration date)
Als laatste heeft een optie een expiratiedatum. Dat is de datum waarop de optie afloopt en na deze datum is de optie waardeloos en kan je er niks meer mee. Als je een optie wilt uitoefenen, moet je dat uiterlijk op de expiratiedatum doen. Na de expiratiedatum is de optie niets meer waard. De meeste aandelen hebben maandseries, met expiraties op de derde vrijdag van de maand, maar er zijn ook aandelen met weekseries.
Voor het uitoefenen van de optie zijn er twee stijlen: de Amerikaanse stijl en de Europese stijl. Bij opties met Amerikaanse stijl kan je de optie uitoefenen wanneer je wilt, tot en met de expiratiedatum. Bij opties met Europese stijl kan je de optie alleen op de einddatum uitoefenen.
Amerikaanse of Europese stijl heeft niks te maken met de herkomst van de onderliggende waarde. Opties op aandelen zijn doorgaans Amerikaanse stijl en opties op andere soorten onderliggende waarden (zoals een index of grondstof) zijn doorgaans Europese stijl. Een ezelsbruggetje wanneer uitoefenen is: Amerikaans – Altijd, Europees – Einddatum.
De drie factoren die hierboven genoemd worden vormen de notering van de optie. Voor het aandeel Heineken, met uitoefenprijs 96 euro en expiratiedatum 17 januari 2020 is de notering op de beurs: HEI 96.00 17JAN20.
Heineken heeft ook weekopties, die zijn te herkennen als 1HE (eerste week van de maand), 2HE(tweede week van de maand), etc. Dit staat in de plaats van HEI. Verder is de wijze van noteren hetzelfde.
Welke soorten opties zijn er?
Er zijn twee verschillende soorten opties namelijk de call optie en de put optie.
Bij een call optie heb je het recht, maar niet de plicht, om de aandelen van de onderliggende waarde te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs (uitoefenprijs) en datum de zogenaamde expiratiedatum.
Bij een put optie heb je daarentegen het recht, maar niet de plicht, om de aandelen van de onderliggende waarde te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs en datum.
Wanneer koop je een optie?
Een optie koop je als je verwacht dat de beurskoers van de onderliggende waarde gaat stijgen of dalen. Stel, het aandeel Heineken is 94 euro en je verwacht dat de koers zal gaan stijgen. Dan kan je een call optie kopen met bijvoorbeeld een uitoefenprijs van 96 euro en een expiratiedatum over 2 maanden. De koers hiervoor is veel lager dan het aandeel zelf, in dit voorbeeld is de koers van die optie 1 euro.
De koers van een optie wordt ook wel de optiepremie genoemd. Optiecontracten van aandelen gaan wel altijd per 100, dus de notering op de beurs is 1 euro, maar je betaalt 100 euro voor de optie om 100 aandelen te kopen.
Stel dat de koers inderdaad flink stijgt en op een gegeven moment 99 euro is. Dan kan je ervoor kiezen om je optie uit te oefenen en 100 aandelen te kopen voor 96 euro per stuk. Je verkoopt ze meteen weer door en je hebt 300 euro winst. Je hebt wel 100 euro premie voor de optie betaald, dus in totaal heb je 200 euro winst. Maar dit is met een initiële investering van 100 euro. Je hebt dus 200% winst gemaakt, terwijl het aandeel Heineken ongeveer 5% is gestegen.
Onthoud dat je niet de plicht hebt om een optie uit te oefenen, dus die 100 euro is je maximale verlies. Had je echter 100 aandelen gekocht op dat moment, dan had je een veel groter verlies kunnen lijden wanneer de koers was gaan dalen in plaats van stijgen.
Handelen in opties
Opties worden echter heel vaak niet uitgeoefend. Wanneer de koers van het onderliggende aandeel stijgt, dan stijgt de koers van de optie ook. Je kan dan ook de optie zelf weer verkopen. In het bovenstaande voorbeeld hoef je dan niet de 9600 euro op te hoesten om de aandelen te kopen bij uitoefenen.
Stel dat de koers van het aandeel stijgt en de koers van de optie staat op een gegeven moment op 1,50, terwijl je hem voor 1 euro hebt gekocht. Dan kan je je optie dus met 50% winst verkopen, terwijl de koers van het aandeel maar enkele procenten is gestegen. Dit wordt de hefboomwerking van opties genoemd. In beide voorbeelden zijn overigens de transactiekosten niet meegenomen, maar deze gaan wel ten koste van je winst.
Tijdswaarde
Het is natuurlijk ook mogelijk dat de koers van een aandeel niet stijgt, of niet genoeg om winst te maken. In het voorbeeld is de optie van Heineken met uitoefenprijs 96 euro en een expiratiedatum over 2 maanden 1 euro waard. Op dat moment is de koers van het aandeel 94 euro. Als de koers van het onderliggende aandeel precies gelijk blijft, dan zal de koers van de optie langzaam zakken. Er is namelijk tot de expiratiedatum steeds minder tijd over voor het aandeel om nog te stijgen tot 96 euro, dus de kans dat dat nog gaat gebeuren neemt af.
De tijd vormt ook het grootste risico bij opties. Als je verwachte koersstijging niet heeft plaatsgevonden voor de expiratiedatum van de optie, dan is je optie waardeloos. Dan heb je een verlies van 100%.
Volatiliteit
Naast de tijdswaarde is ook de volatiliteit van de onderliggende waarde bepalend voor de prijs van een optie. Van een aandeel met een vrij stabiele koers, met maar kleine schommelingen, is de kans op het bereiken van een bepaalde koers kleiner dan voor een aandeel met een hoge volatiliteit. Daarom zullen de prijzen van opties voor het eerste aandeel een stuk lager zijn dan die van de tweede, zelfs als de aandelen dezelfde beurskoers hebben.
‘Moneyness’, intrinsieke waarde en extrinsieke waarde
In het voorbeeld dat hier steeds is gebruikt komt een optie voor met een uitoefenprijs boven de huidige beurskoers. Zo’n optie wordt ‘out-of-the-money’ genoemd. Een optie met een uitoefenprijs onder de huidige beurskoers wordt ‘in-the-money’ genoemd.
In het geval van de beurskoers van 94 euro heeft een optie met een uitoefenprijs van 92 euro een intrinsieke waarde van 2 euro. Dat is de winst die je in ieder geval direct kan halen wanneer je de optie nu uitoefent. Met nog wat looptijd te gaan zal de optiepremie altijd hoger zijn dan die 2 euro, omdat er kans is op nog meer stijging.
De waarde boven de intrinsieke waarde wordt de extrinsieke waarde genoemd. Een out-of-the-money optie heeft geen intrinsieke waarde, de volledige optiepremie is extrinsieke waarde.
De opties van opties:
De mogelijkheden van het kopen of schrijven van opties
Opties bieden verschillende keuzemogelijkheden je kan een optie kopen of een optie schrijven. Hoe deze mogelijkheden werken en wanneer je welke gebruikt lees je hieronder in dit artikel.
Call optie kopen: Winst bij een stijgende koers
Met het kopen van een call optie kan je profiteren van stijgende koersen, maar voor veel lagere kosten dan wanneer je aandelen koopt. Als de koersen inderdaad stijgen zoals verwacht, dan is je procentuele winst veel hoger dan wanneer je het aandeel hebt gekocht. Omdat een optie echter een einddatum heeft, loop je ook het risico dat je je gehele inleg kwijtraakt als de koersstijging van het aandeel niet, of niet voldoende plaatsvindt.
Om de risico’s van een optie of optiecombinatie in kaart te brengen worden vaak winst-verlies diagrammen gemaakt. Hierboven staat het winst-verlies diagram van een call optie op de uitoefendatum.
Wanneer de koers van het aandeel onder de uitoefenprijs van de optie eindigt, dan is je optie waardeloos afgelopen. Je verlies is dan de volledige optiepremie die je hebt betaald. Als de koers van het aandeel boven de uitoefenprijs van de optie eindigt, dan eindigt je optie met een waarde. Je moet hem wel uitoefenen, of verkopen om wat aan deze waarde te hebben.
Na de expiratiedatum is hij anders alsnog waardeloos. Je maakt pas winst als de koers van het aandeel hoger is dan de uitoefenprijs + de optiepremie. Er zit geen maximum aan de winst die je kan halen.
Put optie kopen: winst bij een dalende koers
Een put optie werkt het tegenovergestelde van een call optie. Bij een put optie heb je het recht om een aandeel te verkopen tegen de uitoefenprijs. Een ezelsbruggetje om te onthouden welke is: bij een call optie mag je een aandeel ‘wegroepen’ bij iemand, bij een put optie mag je een aandeel in iemand anders zijn portefeuille ‘plaatsen’.
Je kunt een put optie kopen als bescherming tegen koersdalingen, zodat je weet dat je je aandelen altijd minimaal tegen deze prijs weer kan verkopen. De betaalde optiepremie is dan een soort verzekering. Hiermee dek je risico’s af, maar je maakt nog geen winst.
Als je ook winst wil maken bij dalende beurskoersen, dan kun je een put optie kopen zonder de onderliggende aandelen te bezitten. Wanneer de koers van het onderliggende aandeel dan ook gaat dalen, dan stijgt de koers van de optie en kun je die met winst verkopen.
Bij een put optie is het winst-verlies diagram gespiegeld aan die van de call optie. Wanneer de koers van het onderliggende aandeel eindigt boven de uitoefenprijs van de optie, dan ben je de betaalde optiepremie volledig kwijt. Wanneer de koers onder de uitoefenprijs eindigt, eindigt je optie wel met een waarde.
Je maakt pas winst als de koers eindigt onder de uitoefenprijs minus de optiepremie. Er is wel een maximum aan de winst die je kan halen, want de koers van het aandeel kan niet onder de 0 eindigen, maar je winst kan wel heel erg hoog worden.
Call optie schrijven: winst bij dalende of gelijkblijvende koers
Een optie heeft eigenlijk twee kanten. Als je een call optie koopt, dan is er iemand anders die de aandelen moet leveren wanneer jij besluit om de optie uit te oefenen. Er is dus altijd een tegenpartij.
Je kunt de tegenpartij zijn door de call optie te verkopen, dit wordt een optie schrijven genoemd. Dan ontvang je de optiepremie van de koper, maar je bent wel verplicht om de aandelen te leveren wanneer de koper van de optie zijn optie uitoefent. Je schrijft een optie door op je handelsplatform een optie te verkopen die je niet hebt. Dan heb je negatieve opties in je portefeuille, maar daar heb je wel geld voor ontvangen.
Je kunt een call optie schrijven als je ook daadwerkelijk de aandelen bezit. Dan ontvang je de premie van de optie. Dit doe je doorgaans voor een uitoefenprijs die hoger is dan de huidige koers. Als de koers dan stijgt tot boven de uitoefenprijs wordt je wel verplicht om je aandelen te verkopen, terwijl je in die situatie meer geld voor je aandelen had kunnen krijgen. Als de koersen niet stijgen, heb je mooi de optiepremie ontvangen.
Je kunt een call optie ook schrijven zonder de aandelen te hebben, dat wordt een ‘naked call’ genoemd. Je bent dan niet beschermd. Als de koers van het onderliggende aandeel daalt of gelijk blijft kan je de optiepremie in je zak steken en heb je winst gemaakt. Wanneer de koers stijgt tot boven de uitoefenprijs zal de optie hoogstwaarschijnlijk worden uitgeoefend.
Dan moet je aandelen leveren die je niet hebt en dan heb je een short positie in je account. Je moet de aandelen dus voor de huidige koers terugkopen om weer op 0 te komen. Er is geen limiet aan hoe ver de koers van het onderliggende aandeel kan stijgen, en dus ook niet aan hoeveel verlies je kunt maken.
Put optie schrijven: winst bij stijgende of gelijkblijvende koers
Ook een put optie kun je schrijven. Het principe werkt hetzelfde als bij het schrijven van een call optie. Je ontvangt de optiepremie van de tegenpartij, maar als de tegenpartij de optie uitoefent ben je verplicht de aandelen te kopen tegen de vooraf vastgestelde prijs.
Wanneer je een put optie schrijft maak je winst als de koers van het onderliggende aandeel stijgt of gelijk blijft, want dan zal de optie niet worden uitgeoefend. Je winst is de ontvangen optiepremie. Je maakt verlies wanneer de koers van het onderliggende aandeel gaat dalen.
In het winst-verlies diagram zie je het theoretische verlies met de koers van het onderliggende aandeel op de uitoefendatum. Het maximale verlies is niet oneindig, want de koers kan niet verder dalen dan naar 0, maar het verlies kan wel heel erg groot worden.
Je hoeft de aandelen natuurlijk niet meteen te verkopen, je zou kunnen wachten tot de koersen weer stijgen. Maar als de optie wordt uitgeoefend betaal je wel meer voor de aandelen dan de huidige beurskoers. In ruil daarvoor heb je wel de optiepremie ontvangen, wat je weer als korting op de aankoop kan zien. Bij grote koersdalingen compenseert die premie echter niet voor het koersverschil.
Wanneer schrijf je een optie?
Schrijf in ieder geval nooit een optie zonder het risico te begrijpen. Als je de bovenstaande alinea’s goed begrijpt snap je misschien niet waarom iemand ooit een put of een call optie zou schrijven. Je winst kan nooit hoger worden dan de ontvangen optiepremie en je maximale verlies is praktisch oneindig.
Opties worden bijna nooit ‘naked’ geschreven. Ze worden vaak gebruikt in combinatie met andere opties om de risico’s af te dekken en de kans op winst te vergroten.
Optie strategieën
Een van de meest interessante mogelijkheden van opties is het gebruik van combinaties. Je kan combinaties maken van opties met aandelen, of combinaties met alleen opties. Er zijn een aantal veel gebruikte standaard combinaties. Dit worden optie strategieën genoemd. Hoe een optie strategie werkt en wanneer je welke gebruikt lees je hieronder in dit artikel.
Covered call
De covered call is een combinatie van opties met aandelen. Bij deze strategie koop je 100 aandelen en je schrijft tegelijkertijd een call optie. Deze call moet out-of-the-money zijn, dus met een uitoefenprijs die hoger ligt dan de huidige aandelenkoers. Voor het schrijven van de call ontvang je de optiepremie. Op deze manier koop je je aandelen eigenlijk met korting.
Bij deze strategie is de winst die je met de aandelen kan halen gemaximeerd. Als de koers van de aandelen stijgt tot boven de uitoefenprijs van de optie, dan zal de optie worden uitgeoefend en ben je verplicht de aandelen tegen die prijs te leveren. Het neerwaartse risico is hetzelfde als wanneer je alleen aandelen koopt, met het verschil dat je iets minder verlies maakt omdat je de optiepremie hebt ontvangen.
Maar als de koers van het aandeel onder de uitoefenprijs van de optie eindigt, dan kan je ook daarna weer een nieuwe call optie schrijven en weer de optiepremie ontvangen.
Married put
De married put strategie is ook een combinatie van een optie met aandelen. Bij deze strategie koop je een put optie bij aandelen die je bezit. Hiermee verzeker je je als het ware tegen koersdalingen, want met een put optie heb je het recht om aandelen te verkopen tegen de uitoefenprijs. Je koopt de put optie met een uitoefenprijs onder de huidige koers van de aandelen. Met deze strategie beperk je het risico van je aandelen.
Het betalen van de optiepremie gaat echter ook ten koste van je potentiële winst. Om potentieel verlies van de aandelen te beperken kan je ook een stop-loss order afgeven. Het verschil is dat een stop-loss order direct wordt uitgevoerd als het koersniveau van de order bereikt wordt. Wanneer je een put optie hebt kan je ook tot aan de expiratiedatum afwachten of de koers weer gaat stijgen.
Credit spreads
Bij een credit spread schrijf je een out-of-the-money optie en om het risico te beperken koop je een optie die nog verder out-of-the-money is. De geschreven call optie wordt ook wel een short call genoemd en de gekochte optie een long call. Beide opties zijn voor dezelfde onderliggende waarde met dezelfde expiratiedatum. De optie die je koopt is goedkoper dan de optie die je schrijft, dus met deze strategie ontvang je geld. Er zijn twee mogelijkheden, een call credit spread en een put credit spread.
Call credit spread
De call credit spread wordt ook wel bear credit spread of bear call spread genoemd. Je gebruikt deze strategie namelijk wanneer je verwacht dat de koers van het onderliggende aandeel gaat dalen. Je schrijft een out-of-the-money call optie. Alleen een call optie schrijven geeft een ongelimiteerd risico als de koers onverwachts toch gaat stijgen.
Daarom koop je nog een call optie die nog verder out-of-the-money is. Deze is goedkoper en daardoor levert deze strategie je geld op. Bij de meeste brokers kun je dit als een combinatieorder opgeven. Je maximale risico is nu het verschil tussen de uitoefenprijzen van deze twee opties. Je maximale winst is de premie die je hebt ontvangen.
Als je verwacht dat de koersen gaan dalen zou je ook een put optie kunnen kopen. Het voordeel van de call credit spread ten opzichte van een put optie is dat je ook nog winst haalt als de koers van het aandeel gelijk blijft of zelfs iets stijgt. Het nadeel is dat je maximale winst beperkt is.
Put credit spread
De put credit spread wordt ook wel bull credit spread of bull put spread genoemd. Deze strategie lijkt erg op de call credit spread, maar dan precies omgekeerd. Deze strategie is met put opties en je past deze strategie toe wanneer je een stijgende koers van de onderliggende waarde verwacht.
Je schrijft een out-of-the-money put optie en je koopt een put optie die nog verder out-of-the-money is. De ontvangen optiepremie voor de geschreven put optie is hoger dan de premie die je betaalt voor de optie die je koopt. Je ontvangt dus geld bij aanvang van deze strategie.
Zolang de koers stijgt, gelijk blijft, of niet verder daalt dan de uitoefenprijs van de geschreven put, maak je de maximale winst. Break even is de uitoefenprijs van de optie minus de ontvangen premie. En je verlies is maximaal het verschil tussen de uitoefenprijzen van de twee opties.
Straddle
De straddle is een strategie waarbij je een call optie en een put optie koopt, met dezelfde uitoefenprijs en dezelfde expiratiedatum. De uitoefenprijs die je kiest is at-the-money (ATM), dus de huidige beurskoers, of zo dichtbij mogelijk. Deze strategie kun je toepassen wanneer je verwacht dat er iets met de koers zal gaan gebeuren, maar je weet nog niet welke kant het op zal gaan.
Dit kun je bijvoorbeeld doen wanneer een bedrijf zijn resultaten bekend gaat maken. Omdat je beide opties koopt betaal je ook voor beide opties de optiepremie. Om winst te maken met deze strategie moet de koersdaling of -stijging wel groter zijn dan de premie voor beide opties bij elkaar.
Wanneer je de opties koopt, zoals hierboven beschreven, spreken we van een long straddle. Een short straddle is ook mogelijk. Bij deze strategie schrijf je een call optie en een put optie met dezelfde uitoefenprijs. Je ontvangt dan de optiepremie. Het winst-verlies diagram is precies omgekeerd en deze strategie kun je toepassen wanneer je weinig volatiliteit in een aandeel verwacht.
Let op: bij deze strategie heb je eigenlijk twee ‘naked’ short opties. Je verlies kan bijna onbeperkt oplopen.
Strangle
De strangle strategie lijkt erg op de straddle. Bij de strangle koop je ook een call optie en een put optie met dezelfde expiratiedatum. Het verschil is dat je bij deze strategie opties koopt die out-of-the-money zijn. De opties hebben dan ook niet dezelfde uitoefenprijs.
Door out-of-the-money opties te kiezen betaal je echter een stuk minder premie. Daardoor moet de koersverandering van het aandeel ook groter zijn om winst te maken met deze strategie. Echter, als de koersverandering uitblijft is je verlies ook kleiner.
De strangle strategie met het kopen van opties wordt ook wel de long strangle genoemd. Deze strategie kan je ook omkeren met het schrijven van opties wanneer je juist weinig koersverandering verwacht. Dit is de short strangle. Bij deze strategie maak je winst als de koers weinig verandert en verlies als de koers wel veel verandert.
Let op: bij deze strategie heb je net als bij de short straddle eigenlijk twee ‘naked’ short opties. Je verlies kan bijna onbeperkt oplopen.
Diagonal spread
De diagonal spread is een variant op de eerder genoemde spreads. Bij de eerder genoemde spreads (de call credit spread, put credit spread, etc) hebben de opties in de strategie dezelfde expiratiedatum. Bij een diagonal spread hebben de opties dat niet. Onder de noemer ‘diagonal spread’ kun je heel veel variaties maken.
Een voorbeeld is de variant van de call credit spread. Je schrijft een out of the money call optie. Daarnaast koop je een call optie die nog verder out of the money is, maar die ook een latere expiratiedatum heeft. In het ideale scenario loopt je geschreven optie waardeloos af, maar in de periode daarna stijgt de koers van de onderliggende waarde nog wat en kan je de tweede optie nog met winst verkopen.
De optie die je koopt is wel wat duurder, omdat de uitoefendatum verder in de toekomst ligt. Dit gaat dus ten koste van de credit die je bij aanvang van de strategie ontvangt.
Iron condor
De iron condor is een optiestrategie die werkt met vier opties. Je schrijft een out of the money call optie en je koopt een call optie die verder out of the money is, dus met een hogere uitoefenprijs. Daarnaast schrijf je een out of the money put optie en koop je een put optie die nog verder out of the money is, dus met een lagere uitoefenprijs. Je combineert dus eigenlijk een call credit spread met een put credit spread.
De opties die je schrijft hebben een hogere optiepremie dan de opties die je koopt, dus met deze strategie ontvang je geld aan het begin. Deze optiestrategie is een neutrale strategie. Je behoudt je winst wanneer de koers van het onderliggende aandeel niet te veel beweegt. Wanneer de koers van het onderliggende aandeel bij de expiratiedatum tussen de uitoefenprijzen van de geschreven put en call opties ligt, dan behaal je de maximale winst.
Doordat je ook een call en een put optie hebt gekocht is je verlies ook gemaximeerd. Het lijkt wat op een short strangle, maar dan met beperkt risico. Het beperken van het risico zorgt wel voor een lagere maximale winst, want voor het kopen van de call en de put optie heb je wel de optiepremie betaald. Dit is ten koste gegaan van het bedrag dat je hebt ontvangen. En doordat deze strategie uit vier opties bestaat betaal je ook meer transactiekosten.
Reverse Iron Condor
Wanneer je juist veel volatiliteit verwacht, maar je weet niet welke kant het op zal gaan, kan je deze strategie ook omkeren. Dit heet de ‘Reverse Iron Condor’. Je koopt een out of the money call en put optie en je schrijft een call en put optie die verder out of the money zijn. Dit lijkt een beetje op de long strangle.
Het verschil is dat door de geschreven opties de winst gemaximeerd is. Maar door deze geschreven opties is de investering in deze strategie aan het begin ook lager, waardoor je maximale verlies lager is dan bij de long strangle.
Butterfly
Wanneer er over de Butterfly strategie wordt gesproken wordt meestal de Long Butterfly bedoeld, maar er is ook een variant die de Short Butterfly wordt genoemd.
Long Butterfly
De Long Butterfly is een neutrale strategie waarbij je winst maximaal is als de koers van het onderliggende aandeel hetzelfde blijft. Dit is ook een strategie die uit vier opties bestaat. Bij deze strategie schrijf je twee call opties die at the money zijn. Daarnaast koop je een ITM call en een out of the money call.
Bij deze strategie ontvang je geld bij aanvang. Je winst is maximaal als de koers van het onderliggende aandeel bij expiratie nog hetzelfde is als de uitoefenprijs van de at the money calls die je hebt geschreven.
Short Butterfly
De short butterfly is het tegenovergestelde van de long butterfly. Deze strategie gebruik je wanneer je verwacht dat het onderliggende aandeel gaat bewegen, bijvoorbeeld als de jaar- of kwartaalresultaten bekend worden gemaakt, maar je weet niet welke kant op.
Je koopt twee at the money call opties. Daarnaast schrijf je een in the money en een out of the money call optie. Door de geschreven call opties is je winst gemaximeerd, maar dit maakt de strategie wel goedkoper dan wanneer je alleen twee call opties had gekocht en daardoor is je maximale verlies ook kleiner.
Het doorrollen van opties
Het grote nadeel van opties is dat ze een einddatum hebben, hun expiratiedatum. Als de koers van het onderliggende aandeel niet heeft gedaan wat je had verwacht, dan eindigt je positie met verlies. Er is een manier om de tijd nog wat te verlengen, namelijk het doorrollen van je positie.
Doorrollen van je positie komt erop neer dat je de positie die je hebt sluit en (meestal) dezelfde positie voor de volgende maand weer opent. Dit wordt vooral gedaan bij geschreven opties waarbij je bang bent dat ze uitgeoefend worden. Wanneer je een geschreven optiepositie doorrolt, zul je geld ontvangen. Meestal wordt het doorrollen van een positie alleen gedaan als de omstandigheden nog redelijk vergelijkbaar zijn als toen je de oorspronkelijke positie opende. Het moet wel aannemelijk zijn dat de positie in de volgende periode wel goed uitkomt.
Je kunt losse opties doorrollen, maar ook je hele strategie. Meestal wordt er bij doorrollen voor dezelfde uitoefenprijs gekozen, maar dat hoeft niet per sé. Je kunt de uitoefenprijs ook wat naar boven of beneden aanpassen. Je kunt een long optie of strategie ook doorrollen, maar dan moet je juist bijbetalen.
Aankoopmoment van opties bepalen
Het meest gunstige aankoopmoment van opties is moeilijk te bepalen! Verschillende factoren kunnen de reden zijn waarom een aandeel en daarbij de optie stijgt of daalt. Er is goede software te verkrijgen die je kan helpen om dit aankoopmoment te bepalen.
Software van Trading Navigator Methode
De software van Trading Navigator Methode “ontwikkeld door Harm van Wijk” is hier een goed voorbeeld van. Harm van Wijk is een zeer bekwaam vermogensbeheerder en de beleggingsmodellen zijn wetenschappelijk bewezen. Het systeem geeft je aankoop en verkoop signalen zonder menselijke emoties.
Marginverplichting voor opties
Wanneer je een optie schrijft, creëer je een short positie in je account. Bij het innemen van de positie ontvang je geld. Als de koers de verkeerde kant op gaat, dan kost het meer geld om de positie te sluiten dan wat je hebt ontvangen toen je de positie innam. Hiervoor dient de ‘margin’. De marginverplichting is de hoeveelheid geld die je in je account moet hebben om een optie te kunnen schrijven. Het is als het ware een buffer om verlies op te vangen. Hoeveel dit is hangt af van de positie die je inneemt.
Als je een ongedekte put schrijft met een uitoefenprijs van EUR 10, dan kan het maximaal EUR 1.000 kosten wanneer die put door de tegenpartij wordt uitgeoefend. Wanneer je een credit spread hebt geschreven zijn de maximale kosten het verschil in de uitoefenprijzen van beide opties x 100. De marginverplichting is niet één-op-één je maximale verlies. Er is een formule voor de marginverplichting. De huidige koers van het onderliggende aandeel is één van de factoren van deze formule.
Het kan dus zijn dat de marginverplichting toeneemt doordat de koers van de onderliggende waarde verandert. Als je niet genoeg cash in je account hebt, dan kan je bank of broker je bellen dat je geld bij moet storten om aan je marginverplichting te voldoen. Dit wordt een margin call genoemd. Hierbij staat call dus voor het telefoontje en niet voor een call optie. Al kan het tegenwoordig trouwens ook een e-mail zijn.
Boeken over opties:
Wanneer je nog meer wilt weten over opties en optie strategieën, dan is het aan te raden om er ook één of meerdere boeken over te lezen. Een paar boeken hebben wij voor je uitgezocht en dat zijn: